zondag 12 februari 2017

Stage lopen op chirurgie: een straffe leerschool!

Vooraleer ik mijn huisartsenpraktijk kon beginnen, moest ik een heleboel stages doorlopen. Eén stage zal ik niet gauw vergeten. In groen kostuum, met wit papieren hoofddeksel en masker: griezelig en grappig ...soms...was ik een "groentje", een stagiaire op chirurgie.

Mijn eerste stagedag op chirurgie zat erop en het beloofde boeiend te worden! Het was 21 uur. De oude lift bracht mij naar de derde verdieping van het ziekenhuis. Na een ouderwets "kling" geluid, draaide ik het roestige, ijzeren hek open en liep naar rechts zoals de verpleegster mij had uitgelegd. Het kamertje voor de inslapende stagiairs bevond zich helemaal op het einde van de gang. Deze verdieping was namelijk niet meer in gebruik. De nonnetjes die vroeger het hospitaal runden sliepen er destijds. Ik liep een beetje op de tast door de smalle duistere gang. Enkele kleine waaklichtjes tegen de grond lieten een zwak schijnsel achter op de muren. Aan beide zijden waren een vijftal deuren die je moest passeren eer je aan je logeerplek kwam. Binnen stonden twee ijzeren bedden met tussenin een kleine lavabo. Uit de kraan kwam alleen ijskoud water. In de hoek zag ik een ijzeren kast, waarvan de deuren pijnlijk krasten als je ze opendeed. Er lag dan ook niets in. Een viersterrenhotel had ik natuurlijk niet verwacht, maar zo’n akelige, eenzame plek, Brr!

Gezien ik niet de dochter was van één of andere professor, en ook geen mensen kende met een lange arm die voor mij een woordje konden voorspreken, was ik natuurlijk in een klein, tweederangs ziekenhuis geparkeerd en niet in het meest gegeerde centrum van de provincie. Toch werd deze stage een unieke kans om ervaring op te doen. Hier, op de dienst heelkunde en op de spoed, ging het niet om "van buiten blokken" maar om echte, praktische handvaardigheden te
verwerven: bloed prikken, intramusculaire inspuitingen geven, wondes hechten, diepe splinters verwijderen, ingegroeide nagels behandelen... allerlei kleine ingrepen die je als huisarts courant moet doen en liefst wat handigheid in hebt.

Een groot voordeel voor mij was mijn tweetaligheid. Gezien mijn collega stagiair bijna geen Nederlands kende, en het aantal Vlaamstalige patiënten toch wel aanzienlijk was in dit ziekenhuis, kwam ik noodgedwongen meer aan de bak. Anderzijds was Frans de voertaal en ik moest het maar verstaan.  

De hoofdverpleegster had alle touwtjes in handen. Zelfs de beide chirurgen schikten zich naar haar orders. Zij bepaalde de volgorde van de operaties, ze bereidde de operatiezaal voor, ze was de instrumentiste aan de operatietafel, ze regelde de opnames en de vertrekken van de patiënten. Deze "commandant majoor" leerde me enorm veel: over steriel werken, over operatie instrumenten, over "hoe een operatie assisteren"... "Vous pouvez fermer" beval ze na de appendicectomie. De patiënt sliep toch en onder het toekijkende oog van de "infirmière chef" mocht ik de operatiewonde sluiten. Zo gebeurde het meer en meer. Na een tijdje verliet zij samen met de chirurg zelfs de tafel en kon ik de operatie afwerken. Zalig gevoel!

Op de consultaties mocht ik de intramusculaire inspuitingen geven. Bijvoorbeeld vitamine B 12 bij een maagpatiënt. Mijn eerste spuit vergeet ik nooit. Toen gebruikte men nog maar pas wegwerpspuiten en de kwaliteit liet soms te wensen over. Het gebruik ervan vroeg enige ervaring want de stamper schoof zeer stroef doorheen de plastic spuit. Dus: om de overtollige lucht uit de spuit te duwen moest je zéér gedoseerd drukken. Het zou me maar één keer overkomen, maar ja:
daar vlogen de vitamines hoog omhoog en dropen langsheen de muur van het kabinet naar beneden! Ik had veel te hard geduwd. Gelukkig was de patiënt nog heftig in gesprek met mijn stagemeester over de komende operatie en kon ik het ongelukje ongemerkt wegwerken.

Op zaterdag ging om zes uur de wekker. Vandaag werkte het labo op halve kracht. Dit betekende dat elke dienst zelf zijn bloedafnames moest verrichten: een unieke kans voor de stagiaire. Ik werd op pad gestuurd met een dienblad vol buisjes in verschillende kleuren en naalden in alle maten. Daarbij een aantal aanvraagformulieren. " Chambre 10, 17 et 22" luidde de opdracht. De eerste keer liep ik met lood in de schoenen en een rammelend dienblad, door de half slapende gang van de verdieping. Zelfverzekerdheid uitstralen en doen alsof het je honderd en éénste bloedname was. Dat zou het beste zijn. Voor mezelf en de patiënt. En het lukte. Halleluja! De volgende afnames gingen vlotter en vlotter zodat ik later met gemak "une prise de sang difficile au numéro 20" onder handen durfde te nemen.

En zo verwierf ik langzamerhand een aantal technieken die me later zeer goed van pas kwamen. Met dank aan de stagemeesters en ook aan de verpleegster "chef majoor!"