vrijdag 19 mei 2017

Ik was niet fier op mezelf. Ik wist niet wat er misliep bij deze patiĆ«nte…

De telefoon rinkelde in de verte. Neen! Het was naast mijn bed! Ik was nog zo diep in slaap dat ik mij pas na een vijftal keer bellen realiseerde dat ik het was die moest opnemen. Mijn arm tintelde en met wat onhandige gebaren en na het omgooien van de wekker, hoorde ik:"Dokter, kan je onmiddellijk komen? Mijn dochter is echt niet goed. Ze kan met moeite ademen en heeft vreselijke buikpijn."


Nu was ik helemaal wakker, schoot vlug in mijn kleren, liep de trap af, raapte mijn stethoscoop, mijn bloeddrukmeter, mijn papieren, (die klaar lagen op het bureau om morgen de raadpleging te starten), mijn ampullen, enfin, alle nodige spullen bij mekaar, en haastte me in de wagen.

De combinatie ademnood en buikpijn riep bij mij niet meteen een mogelijke diagnose voor de geest. De paar keren dat ik deze klachten bij mekaar had horen vermelden, was bij kleine kinderen met een pneumonie. Het was me nooit helemaal duidelijk geworden of de buikpijn in die gevallen de vertaling was van " ik voel me rot" zoals dikwijls bij kleine kinderen het geval was, of een gevolg van abnormale oppervlakkige ademhaling en zuurstoftekort, door de pneumonie?! Ik vermoed een beetje van beide.

In ieder geval, hier ging het om een meisje van 16 jaar, dus geen klein kind meer, de oudste in een welstellend gezin, zeer rebels en tegendraads, had haar moeder me reeds verteld. Daar kon ik enig begrip voor tonen, want sinds een paar jaar was bij haar door de pediater jeugddiabetes vastgesteld en stond ze op insuline. Een ernstige diagnose met een veeleisende therapie en discipline: niet makkelijk voor een adolescent!

Toen ik bij het meisje aankwam, zat ze rechtop in bed. Liggen was moeilijk, zei ze, omwille van het ademen en zitten deed pijn aan haar buik. Ze voelde zich ellendig. Bij auscultatie hoorde ik niets abnormaals, geen inspirator noch expiratoir piepen, geen gelokaliseerde reutel. Haar buik was volkomen soepel. Ik stond enigszins voor een raadsel. Haar bloedsuiker was aan de hoge kant maar niet om onmiddellijk te paniekeren. Wat was hier aan de hand?

Even dacht ik dat ze aan het hyperventileren was? En zou ze misschien zwanger zijn en het niet aan haar mama durven te vertellen? Beide klachten zouden op die manier wel een uitleg gekregen hebben? Snel had ik door dat deze veronderstellingen louter speculatie waren en niet medisch gegrond. Ten andere, de patiƫnte zelf bleef stellig deze hypothese ontkennen. Ik mocht niet aarzelen. Er zat niet anders op dan snel het kind naar het ziekenhuis te verwijzen zonder vermoeden van de juiste diagnose. Dit overkwam me niet dikwijls, al zeg ik het zelf. Meestal kon ik al een richtinggevende diagnose meegeven. Ik was gefrustreerd.

Later vergaf ik het mezelf, als ik vernam dat ze " een metabole acidose" had, een moeilijke diagnose, maar een ernstige, mogelijks levensbedreigende complicatie van haar suikerziekte. Gelukkig was ze tijdig in het ziekenhuis en is het goed is afgelopen.