Daar moesten eens ongelukken van komen.
Was ze echt bang van ziek te zijn? Of wou ze eigenlijk graag ziek zijn omwille van de aandacht die ze dan zou krijgen? Geloofde ze echt dat hoe meer pillen ze nam, hoe beter ze zich zou voelen?
Monica had het allemaal.
Al heel lang was ze een echte hypochonder. Als ze een virale keelontsteking had of een banale winterverkoudheid, was ze volgens haar zeggen doodziek en ongelooflijk ellendig: Ze kon niet meer ademen. Haar keel zat volledig dicht. Ze zou wel stikken! Als ze buikkrampen had door wat enteritis had ze telkens heel zeker een appendicitis: “Ik zou haar naar het ziekenhuis moeten sturen.”
Een kleine wonde was “zeer gevaarlijk” en een verstuiking? “ Kon het toch geen fractuur zijn?”
Ze belde me steeds in paniek en dringend. Altijd met overdreven beschrijvingen van”hoe ziek ze wel was”. Ik had er haar op gewezen dat haar klachten op deze manier niet meer in proportie waren met de realiteit. Dat dit risico’s inhield en dat het wel eens zou kunnen gebeuren dat wanneer ze echt zwaar ziek was, een verkeerde inschatting zou gemaakt worden.
In de loop van de jaren was haar geloof in medicatie zo sterk toegenomen dat ik haar na een consultatie niet naar huis kon sturen zonder pillenvoorschrift. Alles ging beter met medicamenten. Gelukkig kon ik haar sussen met een vitamientje of een of ander placebo. Dat nam ze dan ook strikt volgens de regeltjes: nuchter of na het eten. Als het moest zou ze er zelfs een half uur vroeger voor opstaan.
De laatste tijd verdacht ik er haar van bij verschillende apotheken alsnog medicamenten bij te halen als ze er niet genoeg voorgeschreven kreeg.
Ik hoorde van een collega dat ze onlangs bij hem was langs geweest. Ze was vaste klant geworden van de weekend-wachtdienst en de meeste collega’s kenden haar al. Het medical shopping syndroom was ingezet. Daar schuilde ook een gevaar in. Ik moest beletten dat ze in de val zou lopen in haar zoektocht naar medische aandacht.
Ik moest haar vrijwaren van kwakzalvers of natuurgenezers die zouden ingaan op haar klachten en haar door de medische molen draaien, haar aan het lijntje houden of zelfs een onnodige operatie zouden aansmeren.
Monica liep echt gevaar. Ze was nog jong. Ze moest dringend een andere levenshouding aanleren ten opzichte van gezondheid. Zo kon ze ook nooit een normaal gelukkig leven lijden.
Haar gedrag was een signaal, een noodkreet.
Na lang praten en luisteren, was ze bereid psychologische hulp te aanvaarden. Ze zou een lange begeleiding nodig hebben want de wortels van haar gedrag lagen in haar bewogen jeugd en opvoeding. Er moest veel angst, ongeloof en weerstand overwonnen worden.
Het kwam uiteindelijk goed met haar. Ze ontwikkelde langzaam aan een evenwichtige manier om met“ziek zijn” om te gaan. Ze ontdekte haar eigen waardig zelfbeeld.