zaterdag 25 juni 2016

Madam Doktoor moet zelf naar de dokter ...

Het was zaterdag. De zon scheen overvloedig. De kinderen waren op kamp en wij maakten met de buren een fietstochtje in de Polders. Ik ben verre van sportief aangelegd maar fietsen op het platteland, vooral met de wind in de rug, dat is mijn ding. Dacht ik.

Onze buurman reed met mijn man voorop en zijn vrouw Lies reed naast mij, terwijl we wat kletsen. We hadden net een lekker broodje met potjesvlees achter de kiezen en de tocht was terug aangevat, met hernieuwde energie. Zover waren we nog nooit langs het kanaal gefietst. Meerdere kleine bolle bruggetjes maakten de overstap mogelijk naar de dorpen aan de overkant. 
Onze buurman, Pieter, was een spotter en een grapjas. Hij daagde me uit om met de fiets over zo'n bruggetje te rijden. De sfeer was prettig, iedereen goed gemutst, en in mijn “overmoed” nam ik zijn uitdaging aan.

Maar o wee, toen ik de eerste meters ingezet had, werd het me duidelijk dat dit geen eenvoudige fietsweg was, maar eerder een brug om te voet over te steken. Halverwege kreeg ik ineens geen beweging meer in mijn pedalen; zo stijl was de helling. Ik stond recht om mijn fiets tot stilstand te brengen en af te stappen. Maar toen liep het fout. Het gewicht van mijn fiets trok me achterwaarts naar beneden.

Echt slim! Het resultaat: een polsfractuur. En daar stonden we dan, op het verste plekje van onze tocht. Wat nu? Lies zou bij mij blijven wachten terwijl onze mannen vliegensvlug naar het appartement terugfietsten om met de wagen terug te keren. Vandaar trokken mijn man en ik huiswaarts, rechtstreeks naar de orthopedist die we goed kenden, in de hoop dat die mijn probleem snel kon fiksen.
Lies en Pieter reden per fiets terug naar het appartement - Pieter op mijn fiets, welteverstaan!

"Wat nu, met de praktijk?!” Die zorg flitste onmiddellijk door mijn hoofd! Waarschijnlijk zou ik toch een gips krijgen en maandag al aan de slag kunnen? Dat bleek al snel een al te optimistische gedachte.
Ik zal u de details van de behandeling besparen maar na de operatie keerde ik zondag terug naar huis met een open gips, dus er was geen sprake van werken! Een volledige week was ik out! En mijn man moest de boel runnen... Nadien kreeg ik een mooie roze plastieken “gips” maar daarmee was de kous nog niet af. Nog twee weken wachtte ik om aan de slag te gaan, maar daarna kon ik de baan weer op met mijn pa als chauffeur, om toch al enkele patiënten aan huis te bezoeken. Ik hervatte ook mijn raadplegingen, hopend dat er niemand kwam voor speciale ingrepen  - want die konden toch redelijk veel fysieke inspanning vergen en dat verliep niet zonder slag of stoot - of pijn! 

De controlearts die me bezocht in verband met de dagvergoeding (waarvoor we al die jaren betaalden, maar pas na een maand van konden genieten), verklaarde me gek, wanneer ze hoorde dat ik na 3 weken met een gegibste arm al weer aan de slag ging. Ik ben nochtans absoluut geen wondermens, maar een zelfstandig beroep haalt het beste uit jezelf naar boven zeker? Mijn drie baby’s hebben me ook maar telkens drie weken “rust” bezorgd na hun geboorte... Zo verliepen de dingen vroeger nu eenmaal. En baat het niet, dan schaadt het niet, denk ik maar zo: mijn grootmoeder beviel van haar achtste kind en stond de volgende ochtend al terug op het veld. En zij werd 92 jaar!

dinsdag 14 juni 2016

Moord!

Keken jullie ook graag naar de TV-reeks "Inspector Morse”? Wij ook! Die bewuste zaterdagavond ging het over een gruwelijke moord, zoals steeds. Terwijl op de achtergrond een mooi muziekstuk speelde, bezocht de rechercheur de plaats van het delict. De hele zone was afgespannen met het kenmerkende rood-wit gestreepte lint, en alleen Morse en zijn hulpinspecteur mochten er onder door kruipen.


Op dat ogenblik rinkelde de telefoon - bij ons, welteverstaan. We waren namelijk van wacht.
Een politieman vroeg of één van ons naar de Vogelstraat kon komen, ter hoogte van het parkje. Er was iets ernstigs gebeurd en er moest een attest gemaakt worden.
Zulke bizarre oproepen nam mijn man meestal voor zijn rekening, tenminste indien hij vrij was.

Wat hij die avond meemaakte, had iets surrealistisch! Terwijl ik thuis verder keek naar de spannende aflevering van Morse, stond mijn man “live" in een gelijkaardige situatie. Een met rood-wit gestreept lint afgebakende zone, meerdere politievoertuigen, journalisten (die hebben een neus voor alles), agenten van alle rangen, en een paar ramp toeristen - ondanks het late uur.

Mijn man werd doorgelaten en toegestaan de afgebakende zone te betreden. Een wandelaar met een hondje had een akelige vondst gedaan: plastic zakken met een lijkgeur! De politie was ter plaatse gekomen. Verschillende lichaamsdelen waren verpakt teruggevonden…!

”Wij hebben een attest van overlijden nodig.“ zo luidde de vraag, ”om de lichaamsresten te mogen verplaatsen voor onderzoek.”
Het klonk eigenlijk komisch, terwijl het dramatisch was. Niemand twijfelt over het “overlijden”, toch?! 

De volgende dag hoorde mijn man dat hij op TV was herkend door een patiënt. Hij had dan wel de plot van inspector Morse gemist, maar in levende lijve de vreemde sfeer geproefd van misdaad en politiewerk.