Onze buurman reed met mijn man voorop en zijn vrouw Lies reed naast mij, terwijl we wat kletsen. We hadden net een lekker broodje met potjesvlees achter de kiezen en de tocht was terug aangevat, met hernieuwde energie. Zover waren we nog nooit langs het kanaal gefietst. Meerdere kleine bolle bruggetjes maakten de overstap mogelijk naar de dorpen aan de overkant.
Onze buurman, Pieter, was een spotter en een grapjas. Hij daagde me uit om met de fiets over zo'n bruggetje te rijden. De sfeer was prettig, iedereen goed gemutst, en in mijn “overmoed” nam ik zijn uitdaging aan.
Maar
o wee, toen ik de eerste meters ingezet had, werd het me duidelijk dat dit geen
eenvoudige fietsweg was, maar eerder een brug om te voet over te steken.
Halverwege kreeg ik ineens geen beweging meer in mijn pedalen; zo stijl was de
helling. Ik stond recht om mijn fiets tot stilstand te brengen en af te
stappen. Maar toen liep het fout. Het gewicht
van mijn fiets trok me achterwaarts naar beneden.
Echt
slim! Het resultaat: een polsfractuur. En daar stonden we dan, op het verste
plekje van onze tocht. Wat nu? Lies zou bij mij blijven wachten terwijl onze
mannen vliegensvlug naar het appartement terugfietsten om met de wagen
terug te keren. Vandaar trokken mijn man en ik huiswaarts, rechtstreeks naar de
orthopedist die we goed kenden, in de hoop dat die mijn probleem snel kon
fiksen.
Lies
en Pieter reden per fiets terug naar het appartement - Pieter op mijn fiets,
welteverstaan!
"Wat
nu, met de praktijk?!” Die zorg flitste onmiddellijk door mijn hoofd!
Waarschijnlijk zou ik toch een gips krijgen en maandag al aan de slag kunnen? Dat
bleek al snel een al te optimistische gedachte.
Ik
zal u de details van de behandeling besparen maar na de operatie keerde ik
zondag terug naar huis met een open gips, dus er was geen sprake van werken!
Een volledige week was ik out! En mijn man moest de boel runnen... Nadien kreeg
ik een mooie roze plastieken “gips” maar daarmee was de kous nog niet
af. Nog twee weken wachtte ik om aan de slag te gaan, maar daarna kon ik
de baan weer op met mijn pa als chauffeur, om toch al enkele patiënten aan huis
te bezoeken. Ik hervatte ook mijn raadplegingen, hopend dat er niemand kwam
voor speciale ingrepen - want die konden toch redelijk veel fysieke
inspanning vergen en dat verliep niet zonder slag of stoot - of pijn!
De
controlearts die me bezocht in verband met de dagvergoeding (waarvoor we al die
jaren betaalden, maar pas na een maand van konden genieten), verklaarde me gek,
wanneer ze hoorde dat ik na 3 weken met een gegibste arm al weer aan de slag
ging. Ik ben nochtans absoluut geen wondermens, maar een zelfstandig beroep
haalt het beste uit jezelf naar boven zeker? Mijn drie baby’s hebben me ook
maar telkens drie weken “rust” bezorgd na hun geboorte... Zo verliepen de
dingen vroeger nu eenmaal. En baat het niet, dan schaadt het niet, denk ik maar
zo: mijn grootmoeder beviel van haar achtste kind en stond de volgende ochtend
al terug op het veld. En zij werd 92 jaar!