woensdag 13 juli 2016

Een makkelijk prooi ...

Elke Pasen en Sinterklaas kreeg ik een mooi ingekleurde tekening van hem. In hoofdletters stond er telkens op geschreven: "voor dokter Leentje". Meestal stak hij er nog een pakje chocolaatjes bij. Je zou denken dat de gulle gever misschien een kind was. Maar niets was minder waar.

Freddy was de jongste in een familie van laaggeschoolde mensen, een achterkomertje. Hij was zwakbegaafd. Ondanks zijn 25 lentes had hij de intelligentie van een 10-jarige. De familie woonde aan een drukke verkeersader, waar het zeker niet gezond leven was. De dag dat zijn vader stierf aan longkanker, voor een stuk te wijten aan overmatig rookgedrag, daverde de grond onder Freddy's voeten. Hij had altijd een houvast gehad aan zijn vader. Toen een paar jaar later ook zijn moeder overleed aan buitensporig alcoholgebruik, was hij werkelijk radeloos. Hij moest even in de psychiatrie worden opgenomen en was helemaal het noorden kwijt.

Ik kwam al jaren over de vloer bij de familie en plots leek het alsof ik de enige was die hij nog kon vertrouwen. Dit hield een zeker gevaar in; een te nauwe band, een te grote afhankelijkheid dreigde zich te manifesteren. Maar dan toonden buren en verre familie zich zeer bereid zich over hem te ontfermen. Al gauw kwam ik er echter achter dat ze andere motieven hadden dan nobele weldadigheid
“Mijn tante doet boodschappen voor mij,” zo vertelde hij me op een dag, “maar ik vind dat alles zo duur is. Straks kom ik niet toe met mijn uitkering. Dat is wel vriendelijk van haar, natuurlijk.” En: “Ze zegt steeds: “Ja, het leven is duur, maar je redt het wel, Freddy.” 
Zelf bezocht ik hem regelmatig maar rekende bewust enkel het terugbetalingstarief aan.

Op een dag werd mijn wantrouwen pas echt gewekt. “Ze heeft me gevraagd om samen naar de bank te gaan,” vertelde Freddy, “ik moest alleen maar een papiertje ondertekenen zodat ze volmacht heeft op mijn rekening. Zo hoef ik haar enkel mijn boodschappenlijstje mee te geven en kan ze direct betalen!” 
Wat bleek? De toegewijde tante deed inkopen voor zichzelf en voor Freddy en betaalde alles met Freddy’s bankkaart! Per toeval kwam ik uit op de waarheid. Het misbruik was uiteindelijk redelijk snel aan het licht gekomen, maar toch kon ik niet goed begrijpen hoe het überhaupt zover kon komen. Had de bankdirecteur niet wat meer achterdocht kunnen tonen? Hij was toch Freddy's raadsman, zo had de jongen me toevertrouwd?

Mits het aanspreken van OCMW en ziekenkas, en dankzij de juiste juridische adviezen, werd Freddy stante pede onder de hoede geplaatst van een voogd. Hij kon terecht in het systeem van begeleid wonen en zijn schamele spaarcentjes werden van toen af aan beheerd door professionelen.

Gezien zijn verstandelijke vermogens en psyche, zo wees de volledige doorlichting in het ziekenhuis uit, zou hij niet te zwaar getild hebben aan de gebeurtenissen. Maar toch was mijn ontgoocheling groot. Hoe konden mensen dit doen? Hoe was het mogelijk dat men zijn medemens zo kon benadelen en in de luren leggen?

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten