woensdag 3 augustus 2016

Over verstrooide hoofden

Het gebeurde op een donderdagochtend, na een nachtvisite. Ik was niet bepaald “fit" om de consultatie te beginnen. Met een korte douche probeerde ik mezelf nog snel wat frisheid en energie in te blazen.


Meneer Spijboek was een trouwe vroege (altijd de eerste) patiënt, telkens op de laatste donderdag van de maand. Een oude man - volgens zijn paspoort een zeventiger, maar fysisch makkelijk tien jaar ouder. Hij was weduwnaar en had al veel kwalen achter de rug. Hij liep voorovergebogen door osteoporose en zijn armen zaten vol blauwe plekken door zijn fragiele huid en de pillen die hij moest nemen. Na een korte begroeting zette hij zich neer en ontblootte routinematig zijn arm voor de maandelijkse PTT bepaling in zijn bloed. (Nu wordt dit INR genoemd: een parameter voor bloedverdunning en maatstaf voor aanpassing van bloedverdunnende medicatie.)

Hij had me tot op dat punt nauwelijks aangekeken. Gelukkig maar. Terwijl ik hem al wat ondervroeg, naar hoe hij zich voelde en hoe de voorbije maand verlopen was, begaf ik me naar de roltafel om alle benodigheden voor de bloedname te verzamelen en te prepareren: de nodige buisjes en de juiste naald op een houder vijzen, alcoholswab en pleister klaarleggen, … Ineens, tot mijn ontsteltenis, viel er een krulspeld uit mijn haar! Die was achtergebleven na een ultieme poging een beetje goed voor de dag te komen die ochtend... Tijd voor veel opsmuk en spiegelkijken kwam er sowieso nooit aan te pas en kappers zouden van honger omkomen indien ze van mijn bezoekjes moesten leven. (Kappersbeurten waren trouwens niet bepaald zinvol vermits ik dagelijks door weer en wind de baan op ging!)

Ik moest even bekomen van de verrassing maar moffelde dan snel die ouderwetse krulspeld weg, voelde of er niet nog ergens eentje verborgen stak, en probeerde verder te doen alsof er niets aan de hand was. Ineens was ik wakkerder dan ooit!

Ik nam doodserieus meneer Spijboek z’n bloed af en hij merkte niets van de gevolgen van mijn kleine “ochtendspits" voorvalletje. Ik rondde het maandelijkse klassieke onderzoek af en was hem stiekem dankbaar dat híj de eerste patient geweest was! Zelf nog wat in droommodus en in al dan niet zorgelijke gedachten verzonken - zich verder van niet veel bewust...

’s Avonds zou hij me bellen voor de uitslag van zijn bloedtest en kon ik hem voor de komende maand het schema voor zijn bloedverdunnend medicijn uitleggen. Het was een lieve mens maar ook één van mijn zorgpatienten; de ene keer stond zijn bloed te dun en riskeerde hij ergens te bloeden. De andere keer was zijn bloed te dik en dreigde een trombose van zijn hartklep. Het was zeer moeilijk een vast schema voor zijn pilletjes uit te dokteren. Vermoedelijk was hij ook af en toe verstrooid en durfde al eens iets over het hoofd te zien! Maar dan iets erg belangrijks: dat pilletje nemen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten