zondag 21 augustus 2016

(Ziekte)verlof

"Ik had het wel gedacht! zo zei Steven, nadat ik een kwartier met hem had gediscussieerd. Boos verliet hij het cabinet. Het was maandagochtend en voor de zoveelste keer had hij zich "ziek aangediend.


Voor mij was de maat vol. Ik had hem verwittigd: hij kreeg geen ziektebriefje meer als de zaak zich zou herhalen. Hij was namelijk elke maandag “ziek". Dat is te zeggen: in het weekend ging hij zwaar uit om het ’s maandags te bekopen met een stevige kater. Zijn baas had mij al gecontacteerd omdat hij die afwezigheden zeer bedenkelijk vond. Zonder hem over de juiste toedracht in te lichten, begreep ik de man volkomen! Ik had al veel speeksel verbruikt om Steven tot een ander gedrag aan te manen en hem verteld dat ik die afwezigheden niet langer kon en wou dekken. Ik benadrukte dat hij zijn baan dreigde kwijt te spelen, en dat hij verantwoord moest leven en zorgen dat hij de eerste weekdag paraat kon staan op zijn werk! Dat hij zich desnoods moest laten begeleiden. Nu het zover was, was Steven razend op mij...

Moeilijk toch om trouwe patiënten soms tot een eerlijk inzicht te laten komen. Ik vermoed dat sommigen denken dat wij zomaar ziektebriefjes kunnen schrijven - alleen maar een handtekeningetje zetten, toch? Maar een doktersbriefje was en is in mijn ogen een bewijs van echte ziekte, geen vakantievergunning! Telkens deed ik mijn best om heel menselijk en rechtvaardig te oordelen, maar ik moest wel mijn geweten volgen en eerlijk handelen, toch? Steeds wanneer ik een briefje voor werkonbekwaamheid weigerde mee te geven, zat de kans erin dat patiënten wegbleven en bij een andere collega hun geluk beproefden. Soms met hun hele familie erbij. 

Ondanks deze instelling liet ik me zonder twijfel toch al eens in de luren leggen of werd ik voor voldongen feiten geplaatst.

"Ik heb verschrikkelijke hoofdpijn, dokter!" Bij onderzoek: weinig duidelijke signalen. Geen typische migraine. Geen tekens van hersenoverdruk. Geen bloeddrukproblemen. Maar kom, een dagje rust leek toch op zijn plaats. ééntje. Het kon stress-headache zijn? Of onderliggende gezinsproblemen? Rugpijn.... ook zo een klacht waar je soms weinig evidente klinische tekens bij terugvindt! Op te lossen met wat rust? En dan de occasionele patient die op de avondraadpleging opdaagt met het verhaal: "Ik heb de hele nacht en voormiddag overgegeven en diarree gehad, dokter. Nu gaat het beter, maar ik ben niet naar mijn werk kunnen gaan!" Daar sta je dan... Vooruit met dat briefje! Meestal, eens je de teleurstelling: "maar één dagje?" aan de mimiek of de reactie kon merken, wist ik al: "ik ben gefopt! Het zou me geen tweede keer overkomen. Maar zo eenvoudig is het niet.

Met de evidente straffe verhalen of rechtstreekse vragen om vakantiedagen te maskeren als ziekteverlof, had ik het niet moeilijk. Bijvoorbeeld: "Dokter, ik moet een paar dagen bij mijn dochter gaan helpen want volgende week verhuist ze. Kan je me een briefje geven om thuis te blijven? Op dergelijke flagrante voorstellen kon ik echt niet ingaan. En ik vrees dat als je als dokter één keer aan zoiets toegeeft, je voor de rest van je loopbaan constant geconfronteerd wordt met zulke vragen. Je reputatie als "gemakkelijke briefjesschrijver" zal vlug de ronde doen.

Voor echte ziektes, alle begrip. Maar omwille van een goedkoop vakantieticket, een snel zwart jobje of een geveinsde kwaal moest je niet aan mijn adres zijn. Sorry, maar noppes!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten