zondag 26 november 2017

Doodgaan is de schuld van de dokter, niet?

Mensen gaan dood. Jammer, maar onvermijdelijk... In de jaren 80 stelde niemand het overlijden van een zieke in vraag. De familie accepteerde het verdict van de dokter. Als je zei dat er niets meer kon gedaan worden voor de patiënt, berustte de familie meestal in je oordeel.

Als er anno 2000 een chronische patiënt overlijdt, duik je als huisarts in je dossier om toch zeker te zijn dat je in geen geval iets over het hoofd hebt gezien, dat je geenszins deze afloop had kunnen vermijden. Het wordt wel degelijk af en toe geïnsinueerd door de familie. Je moet alles goed kunnen uitleggen en verklaren.


Mensen die lijden aan een aandoening en die intussen onderhuids een tweede ziekte ontwikkelen met vrijwel gelijkaardige symptomen, hebben niet altijd zoveel geluk. Een toename van hun klachten schrijven ze toe aan een verergering van ziekte nummer één, waar eigenlijk intussen ziekte nummer twee zich stiekem installeert. En dan plots krijgen ze een probleem dat helemaal niet meer past bij hun gekende ziekte.
Het laattijdig tevoorschijn komen van zo’n “bizar” symptoom kan een ongelukkige afloop tot gevolg hebben, ondanks zorgvuldige follow-up en specialistische tussenkomsten, ondanks het jaar 2000.

Elke dokter, zowel huisarts als specialist, zal wel eens op die manier een patiënt hebben weten overlijden.
En hoewel zo’n dramatische afloop natuurlijk het ergste is voor de patiënt en zijn of haar familie, als arts lijd je daar ook onder.

Zo was er meneer F. Hij leed al jaren aan lage rugpijn. In het begin zag hij zijn huisarts geregeld. De orthopedist had hem meerdere keren grondig onderzocht en radiologisch onderzoek laten doen. De laatste scanner dateerde van amper 2 jaar geleden. Het resultaat duidde op artrose. Voor hem was het duidelijk. “Hij moest ermee leren leven. Hij was ook al 72! Hij had zijn leven lang getuinierd en dat had zo zijn gevolgen.” Sindsdien beweerde hij dat als hij wat meer pijn kreeg dat te wijten was aan het slechte weer of omdat hij weer eens teveel gegraven had in zijn tuin.

Maar op een dag plaste hij bloed … Voor iedere aandachtige mens is dit een alarmsymptoom. En toen zag ik hem voor het eerst. Zijn vaste huisarts was met verlof en zijn vrouw kwam geregeld bij mij. Vandaar!

Bij urineonderzoek was duidelijke hematurie( bloed wateren) aanwezig maar zonder infectie. Zijn buik voelde normaal aan en zijn prostaat was niet beduidend vergroot voor zijn leeftijd. Ten andere zijn jaarlijkse screening had recent een vrij normale PSA waarde gegeven. Hij vertelde me over zijn rugproblemen en in combinatie met zijn urinaire klachten betastte ik ook de nierloges. Rechts was die behoorlijk gevoelig. Ik verwees hem naar de echografie en daar zag men een kleine onregelmatige “vlek”: een niergezwel, met vermoeden van kwaadaardigheid.
Het is bekend dat een niertumor soms zeer verrassend kan zijn, pas laattijdig symptomen geeft en soms per toeval ontdekt wordt.

Zijn trouwe huisarts had het er moeilijk mee.
“Hadden de langdurige rugklachten van deze man er al iets mee te maken? Moest er al eerder aan een andere oorzaak gedacht zijn? Moest hij nog meer onderzoeken gekregen hebben? Moest... Moest...Moest...?”

Rugpijn is zo’n frequente klacht en een niergezwel eerder uitzonderlijk. Daarenboven had de man nooit eerder een urinaire klacht vermeld. Door toeval was er plots dat pijnloze bloedverlies. Vermoedelijk een doorgroei van het gezwelletje in een nierkelk. Meneer F. leefde er nog een paar jaar mee maar overleed uiteindelijk aan deze kanker.

Als gewetensvolle en begane arts is zo een ziektegeschiedenis zeer frustrerend maar je kan jammer genoeg niet alles voorkomen. En het klinkt misschien raar, maar het is ook een kunst om als arts het verlies van een patiënt te verwerken. Als je met een begripvolle familie te maken hebt, die inziet dat het om een complexe problematiek gaat, helpt het enorm.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten