Mensen gaan dood. Jammer, maar onvermijdelijk...
In de jaren 80 stelde niemand het overlijden van een zieke in vraag. De familie
accepteerde het verdict van de dokter. Als je zei dat er niets meer kon gedaan
worden voor de patiënt, berustte de familie meestal in je oordeel.
Als er anno 2000 een chronische patiënt
overlijdt, duik je als huisarts in je dossier om toch zeker te zijn dat je in
geen geval iets over het hoofd hebt gezien, dat je geenszins deze afloop had
kunnen vermijden. Het wordt wel degelijk af en toe geïnsinueerd door de
familie. Je moet alles goed kunnen uitleggen en verklaren.
Mensen die lijden aan een aandoening en die
intussen onderhuids een tweede ziekte ontwikkelen met vrijwel gelijkaardige
symptomen, hebben niet altijd zoveel geluk. Een toename van hun klachten
schrijven ze toe aan een verergering van ziekte nummer één, waar eigenlijk
intussen ziekte nummer twee zich stiekem installeert. En dan plots krijgen ze
een probleem dat helemaal niet meer past bij hun gekende ziekte.
Het laattijdig tevoorschijn komen van zo’n
“bizar” symptoom kan een ongelukkige afloop tot gevolg hebben, ondanks
zorgvuldige follow-up en specialistische tussenkomsten, ondanks het jaar 2000.
Elke dokter, zowel huisarts als specialist,
zal wel eens op die manier een patiënt hebben weten overlijden.
En hoewel zo’n dramatische afloop natuurlijk
het ergste is voor de patiënt en zijn of haar familie, als arts lijd je daar
ook onder.
Zo was er meneer F. Hij leed al jaren aan
lage rugpijn. In het begin zag hij zijn huisarts geregeld. De orthopedist had
hem meerdere keren grondig onderzocht en radiologisch onderzoek laten doen. De
laatste scanner dateerde van amper 2 jaar geleden. Het resultaat duidde op
artrose. Voor hem was het duidelijk. “Hij moest ermee leren leven. Hij was ook
al 72! Hij had zijn leven lang getuinierd en dat had zo zijn gevolgen.”
Sindsdien beweerde hij dat als hij wat meer pijn kreeg dat te wijten was aan
het slechte weer of omdat hij weer eens teveel gegraven had in zijn tuin.
Maar op een dag plaste hij bloed … Voor
iedere aandachtige mens is dit een alarmsymptoom. En toen zag ik hem voor het
eerst. Zijn vaste huisarts was met verlof en zijn vrouw kwam geregeld bij mij.
Vandaar!
Bij urineonderzoek was duidelijke hematurie(
bloed wateren) aanwezig maar zonder infectie. Zijn buik voelde normaal aan en
zijn prostaat was niet beduidend vergroot voor zijn leeftijd. Ten andere zijn
jaarlijkse screening had recent een vrij normale PSA waarde gegeven. Hij
vertelde me over zijn rugproblemen en in combinatie met zijn urinaire klachten
betastte ik ook de nierloges. Rechts was die behoorlijk gevoelig. Ik verwees
hem naar de echografie en daar zag men een kleine onregelmatige “vlek”: een
niergezwel, met vermoeden van kwaadaardigheid.
Het is bekend dat een niertumor soms zeer
verrassend kan zijn, pas laattijdig symptomen geeft en soms per toeval ontdekt
wordt.
Zijn trouwe huisarts had het er moeilijk mee.
“Hadden de langdurige rugklachten van deze
man er al iets mee te maken? Moest er al eerder aan een andere oorzaak gedacht
zijn? Moest hij nog meer onderzoeken gekregen hebben? Moest...
Moest...Moest...?”
Rugpijn is zo’n frequente klacht en een
niergezwel eerder uitzonderlijk. Daarenboven had de man nooit eerder een
urinaire klacht vermeld. Door toeval was er plots dat pijnloze bloedverlies.
Vermoedelijk een doorgroei van het gezwelletje in een nierkelk. Meneer F.
leefde er nog een paar jaar mee maar overleed uiteindelijk aan deze kanker.
Als gewetensvolle en begane arts is zo een
ziektegeschiedenis zeer frustrerend maar je kan jammer genoeg niet alles
voorkomen. En het klinkt misschien raar, maar het is ook een kunst om als arts
het verlies van een patiënt te verwerken. Als je met een begripvolle familie te
maken hebt, die inziet dat het om een complexe problematiek gaat, helpt het
enorm.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten