donderdag 7 april 2016

Terwijl (bijna) iedereen aan het slapen is ...

Het was een merkwaardige drukke wachtdienst dat weekend, in een verder redelijk rustig seizoen. De oproepen kwamen voortdurend in salvo's, en tegen zondagavond was het helemaal te bont.

 


22 uur, pikdonker buiten. De telefoon rinkelde en een man, die verdacht dronken klonk, zei lallend: "Ik zou een huisbezoek willen voor mijn dochter."
"Wat is er aan de hand, aub?” vroeg ik.
"Ze hoest al weken, maar nú is het zeker bronchitis!"
De man leek helemaal niet in staat eventueel nog medicatie te gaan halen en ik vroeg vriendelijk of de dochter koorts had, al dan niet kortademig was en of het gezien de niet alarmerende symptomen eventueel tot morgenochtend kon wachten. Prompt werd de telefoon in de haak gesmeten, zonder mij de tijd te gunnen een afspraak te maken of nog enig verder woord uit te brengen.

Nog geen 10 minuten later belde Mevrouw VD uit de Zeppestraat, in paniek: “Vlug, vlug, dokter, mijn moeder is echt niet goed! Ik denk dat ze iets aan het krijgen is!"
Ik reed er onmiddellijk naartoe. Dit was ernstig, waarschijnlijk een hartinfarct. Ik bleef wachten tot de ziekenwagen de moeder in kwestie oppikte.

23 uur, opnieuw telefoon. Mevrouw VR wou een visite voor haar zoon, die keelpijn had. Ik viel bijna achterover. We leefden in een tijd waarin  tijdschriften en media overvloedig berichtten over hoe kleine kwalen aan te pakken en hoe te reageren bij frequente aandoeningen. Dit was niet ernstig. Maar het misnoegen van de dame, wanneer ze met advies over pijnstilling naar de volgende ochtend werd verwezen, was merkbaar groot. Nochtans kon ik haar niets beters bieden voor deze nacht gezien ze blijkbaar al op eigen houtje met antibiotica was gestart eerder die ochtend...

23:30 uur. Ik was net klaar met een hechting in het kabinet toen we melding kregen van een “accidentje" aan de sportclub. De avond was blijkbaar nog jong! Ondersteund door twee vrienden werd Sven binnengebracht. Hij was, stomdronken, letterlijk in de goot gevallen op weg naar zijn auto… Hij was dus effectief van plan geweest weg te rijden! Bij de valpartij had hij zijn knie helemaal opengereten. Zo goed en zo kwaad als ze konden, hadden zijn kompanen een zakdoek rond zijn knie gebonden, hem in hun wagen geladen en naar ons huis gebracht. Het drietal stond er niet al te appetijtelijk bij voor onze voordeur.
Alle drie hadden ze een voetbalmatch achter de rug. Ze waren daarna aan de toog van het clubcafe hun overwinning gaan vieren, met de huidige toestand tot gevolg. Het was een zicht! Hun kleren zaten onder de modder en hun benen droegen nog de sporen van het talrijke glijden en vallen in het gras. Het slachtoffer hing tussen zijn vrienden in met de bebloede vieze zakdoek rond zijn knie.
Hij was nog maar net de deur binnengedragen of hij kotste de hal onder! Mijn God, wat een smurrie! Walter, één van zijn helpers, die eigenlijk bij mij patiënt was, bekeek me verontschuldigend. Hij schaamde zich over de situatie en zei dat hij beter met zijn vriend naar een spoeddienst zou rijden. Maar het onheil was al geschied…
De wonde op zich was oppervlakkig en zou zelfs zonder anesthesie genaaid kunnen worden gezien de bedwelmde toestand van Sven. De gangvloer was toch al vies en Walter stelde voor alles op te kuisen terwijl ik Sven verzorgde. Die stak ik snel een wegwerp-nierbekken onder de neus om bij een nieuwe braakaanval bevuiling van mijn onderzoekstafel te voorkomen. De ontsmettingsprocedure duurde langer dan het naaien zelf maar nooit was een patiënt zo rustig geweest tijdens een hechting! Dat moet gezegd worden :-)

Toch was de nacht nog niet om.
Om 1:45 uur kon ik mijn  pyjama alweer inwisselen voor de werkkledij. Hup! Hup! Naar het naburige dorp voor acute buikpijn. Vermoeiend, zo'n avond, maar deze oproep was weer terecht. De mensen waren ook ongelooflijk dankbaar, wanneer je met een spuit een niercrisis snel onder controle kreeg. Dat deed erg veel en maakte me gelukkig!

3 uur. Ik had last mijn telefoon terug te vinden op de nachtkast, zo vast was ik in slaap. De Rijkswacht! Of ik een bloedstaal kon afnemen van een bestuurder die een ongeval had veroorzaakt? Wat een geluk dat ze zich van regio vergist hadden. Ik kon hen verwijzen naar de naburige wachtdokter. Pech voor hem!

Maandag, 7 uur. Daar had je de wekker. Nog een uurtje en de wacht zat erop.

We konden de werkweek “fit” starten :-)




Geen opmerkingen:

Een reactie posten