Ellen
had al drie keer haar abonnement betaald. Jos had mij vier Kerstkaarten
gestuurd. Bij Marie had ik toevallig de frigo geopend om haar griepvaccin te
nemen en zag wel 20 botervlootjes staan. Telkens was het relatief snel
duidelijk: er klopte iets niet. Maar soms was het moeilijker de tekenen aan de
wand te zien.
In het beginstadium van
dementie hebben mensen nog heldere momenten. En zelfs met de moderne methodes van CT-scan om de sulci
(spleetjes) in de hersenschors te meten en de talrijke neurologische testen,
kan je nog misleid worden. Want in het
begin zijn de letsels die detecteerbaar zijn klein en tijdens het testen kunnen
mensen zich soms wonderbaarlijk op hun best tonen.
Als
huisarts praat je een kwartiertje met je patiënt, soms iets langer, en dat
is dikwijls onvoldoende om echt door te hebben dat er iets misloopt. Daardoor
gebeurt het vaak dat familieleden signalen uitsturen om je erop attent te maken
dat hun moeder of vader niet meer goed functioneert.
Zo
was er Daniel. Hij vertelde dat zijn 77-jarige moeder herhaaldelijk verloren
reed en haar eigen huis niet meer terugvond. Dan belde ze in paniek dat hij
haar ergens moest komen halen. Of ik
haar daar bij een volgende raadpleging niet op wou aanspreken, zonder haar te
vertellen dat hij me gecontacteerd had? Een moeilijke opdracht, maar zeker
noodzakelijk. Dit was niet zomaar iets vergeten, het was alarmerend. Temeer
omdat ze nog met de wagen reed!
Toen
ik Gerda de volgende dinsdag zag, op haar maandelijkse afspraak, begon ik
voorzichtig: “Alles OK, Gerda? Geen speciale problemen?”
Neen,
neen, ze was gewoon op controle. "Ben je met de wagen gekomen?”
Ja, zoals altijd was ze met de wagen - maar nu ik erover begon… Ze vertelde dat ze de laatste tijd moeite had de weg te vinden. Toen ze onlangs van de kaartenclub naar huis wilde rijden, was ze erg ver omgereden. “Maar ja, ik ben nooit erg goed geweest in oriëntatie, en ouder worden hé!” Plots voegde ze er bekommerd aan toe: "Waarom vraagt u dat? Mijn zoon heeft u toch niet gebeld?”
Ik antwoordde dat ik er haar over aangesproken had omdat ik zelf merkte dat haar geheugen de laatste maanden soms wat steken liet vallen. “Door wat je me nu vertelt, denk ik dat we best eens wat testen laten doen.”
Ze aarzelde. “Maar neen. Iedereen van mijn leeftijd kan toch eens iets vergeten?”
Ik vertelde dat een keertje neurologische proeven doen geen kwaad kon en niet teveel geld kostte. "Je kan beter vroegtijdig een kwaal te lijf gaan dan te laat.”
Gerda sputterde tegen: “Je denkt toch niet dat ik dement word, zeker? Ik kan echt nog wel mijn plan trekken. Ik ga nog een beetje wachten met testen. Al dat gedoe, daar moet ik niet van weten! Het is niet omdat ik eens verkeerd rijd dat ik niet meer kan rijden!” Met die woorden was de consultatie beëindigd.
Een
maand later, op de gewoonlijke dinsdag, zag ik haar terug. Ze was een beetje
onthutst.
“Weet je wat een vriend van mij heeft voorgehad? Maar die is nog 5 jaar ouder dan ik. Hij heeft zijn auto in de prak gereden. Gelukkig is er enkel materiële schade. Maar hij was in fout: een voorrang van rechts niet gegeven! Zijn zoon is snel afgekomen en heeft in der minne een compromis gesloten met de andere partij. De andere bestuurder was een oudere dame en beiden hadden liever dat de verzekering niets van dit alles zou te weten komen, want anders gingen ze misschien niet meer mogen rijden of verhoging van premie krijgen!"
“Dat
is niet verstandig, Gerda, dat snap je toch hé?” zei ik rustig.“Weet je wat een vriend van mij heeft voorgehad? Maar die is nog 5 jaar ouder dan ik. Hij heeft zijn auto in de prak gereden. Gelukkig is er enkel materiële schade. Maar hij was in fout: een voorrang van rechts niet gegeven! Zijn zoon is snel afgekomen en heeft in der minne een compromis gesloten met de andere partij. De andere bestuurder was een oudere dame en beiden hadden liever dat de verzekering niets van dit alles zou te weten komen, want anders gingen ze misschien niet meer mogen rijden of verhoging van premie krijgen!"
Een nieuwe afspraak op dinsdag werd geboekt, maar de volgende zondagochtend werd herhaaldelijk aan de deur gebeld. Het was Gerda. Ze kwam voor haar afspraak en begreep niet waarom de deur nog dicht was. Er was toch consultatie? Een beetje ongelovig en vooral gegeneerd keerde ze naar huis terug.
De dinsdag erna meldde ze zich aan op het juiste uur. Deze keer moest ik doordrijven. Nu had ik zelf een argument om haar te overtuigen dat verder onderzoek noodzakelijk was. Ze woonde nog alleen en ik moest voorkomen dat er accidenten zouden gebeuren. Ditmaal kon ik haar vlot overhalen. Het verhaal van haar vriend had haar toch geschokt en haar eigen "stommiteit" was de druppel geweest om te beseffen dat ze iets moest doen en vooral weten waar ze stond!
Het
was spijtig genoeg een droevig keerpunt in haar leven.