De consultatie kabbelde rustig voort die bewuste ochtend. Veel verkoudheden en kleine kwaaltjes passeerden de revue, niets uitzonderlijk. Tot er op zeker moment zenuwachtig op de deur van het kabinet werd geklopt.
Mevrouw X lag op de onderzoektafel voor haar tweejaarlijkse uitstrijkje. Ik stak snel even mijn hoofd naar buiten om poolshoogte te nemen van wat er zich op de gang afspeelde. Meneer DV stond voor de deur bezorgd te kijken naar zijn dochter, An. Hij had de jonge vrouw, een twintiger, overhaast tot bij ons gebracht. Ze stond dubbelgebogen tegen de muur van de gang geleund, haar handen op haar buik, en met een zeer pijnlijke trek op haar bleke gelaat. Dit was duidelijk een ernstig probleem dat niet lang kon wachten. Ik maande mijn patiënte aan zich snel terug aan te kleden en even naar de wachtkamer terug te keren. Ze zag aan mijn gezicht dat het menens was en spoedde zich met al haar spullen terug naar de wachtruimte.
An stapte voorzichtig het
kabinet binnen, elke pas kostte haar duidelijk veel moeite. Met een paar
gerichte vragen kreeg ik snel een spoor naar de vermoedelijke diagnose. Neen,
ze had geen diarree. Neen, ze moest niet braken. Ze had geen koorts en geen
urinaire klachten. Wanneer had ze haar laatste regels gehad? Tja, dat wist ze
niet meer zeker. In feite, als ze erover nadacht, was dat toch wel al lang
geleden, misschien wel té lang? En haar appendix? Die was was er al lang
geleden uitgehaald.
Na de klassieke palpatie
(betasting) van de buik percuteerde (beklopte) ik voorzichtig. Dit was
duidelijk zeer pijnlijk, vooral onderaan. Ze kon het amper verdragen! Nog één
onderzoek en mijn vermoedens zouden bevestigd worden. Op de gynaecologische
tafel: een PPV (een vaginale touche). En ja, daar had je het, net zoals in de
boekjes: "le Cris du Douglas": de handtekening van een extra uteriene zwangerschap...
Het kwam erop aan snel te
reageren. Want ondanks het feit dat de vrouw geen uitwendig bloedverlies
vertoonde, kon er inwendig al flink wat bloed in de buik zijn gestroomd. Gezien
we op 5 minuten van een ziekenhuis woonden en haar bloeddruk en pols goed
waren, liet ik de papa met zijn dochter in de wagen vertrekken en belde naar de
spoedafdeling om te verwittigen dat
ze eraan kwamen en dat ik een EU vermoedde. Dit was de snelste manier.
Soms komt het echt aan op dat
minuscule kwartiertje. Ik herinner me een patiënte die tijdens een drukke
wachtdienst aan de dood was ontsnapt. Het was toen volop buikgriepepidemie. Het
was zondagavond en de wachtdienst was compleet overbelast. Ze kreeg het advies
een "enterol" te nemen en op maandag naar haar huisarts te gaan als
de buiklast niet zou voorbij zijn. Gelukkig voelde ze zelf dat dit geen
buikgriep was en belde de 100-dienst. Toen ze op de spoed aankwam had ze al een
bloedtransfusie nodig. Een beangstigend idee dat dit me ook had kunnen
overkomen, want het klinische beeld van deze pathologie is immers niet altijd zoals in de boekjes. En een kleine inschattingsfout kan grote gevolgen hebben in ons vak. Het kan jammer genoeg elke dokter overkomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten