maandag 1 februari 2016

Mijn meest trouwe en dankbare patiënten

Ik kwam heel vaak over de vloer in bejaardentehuizen. Dat stoorde me helemaal niet, wel integendeel; de aanhankelijke oudjes en de vriendschappelijke babbel met de verpleging waren meestal hartverwarmend. Op zekere dag was mijn bezoekje wel een tikje anders dan anders.


Ik moest op bezoek bij één van mijn demente patiënten op de derde verdieping van het tehuis, in de gesloten afdeling. Ik besloot de trap te nemen, kwestie van een beetje beweging te krijgen en meteen ook wat tijd te winnen. De lift was rond dat uur immers dikwijls bezet door bewoners die zich goed op tijd naar de eetzaal begaven.

Toen ik op de bewuste verdieping aankwam, viel de deur achter mij in het slot. Dat is de gewoonte op zo'n afdeling, om de bewoners te beletten alleen op stap te gaan en ze te beschermen tegen ongevallen in de trapzaal. Verplegend personeel en kuisploeg hadden een speciale sleutel om de deur open te doen.

Mijn heertje zat in de zetel op zijn kamer wat naar buiten te staren. Hij liet zich gelukkig gewillig onderzoeken, want vreemd genoeg was er nog geen verpleegster verschenen om wat hulp aan te bieden. Het omkleden ging dan altijd stukken vlotter. Nu had ik hem zelf uit zijn trui en hemd moeten helpen en na onderzoek overhalen alles terug aan te trekken. Na afloop liep ik naar het verpleeglokaal om zijn dossier in te vullen en instructies te geven voor de komende maand. Daar trof ik een lege ruimte. “Hallo?” Ik bracht het administratieve werk in orde en riep nogmaals in de gang “Halloo-o!” Geen mens te bespeuren.

De sleutel van de haldeur had ik niet, de code voor de lift evenmin. Daar stond ik dan, alleen in de dementengang, op de derde verdieping. Ik bedacht dat het niet lang kon duren vooraleer er iemand zou opdagen, want deze afdeling kon je niet lang onbemand achterlaten. Maar voor mij dreigde mijn tijdsschema van de voormiddag compleet in de war te raken. Ik had nog zoveel mensen te bezoeken en het was al kwart na elf. Bovendien moest ik nog zien te overleggen met de verpleging. Ik grabbelde naar mijn telefoon. Het interne telefoonnummer van de verpleging klonk steeds bezet en het algemene nummer van het secretariaat kende ik niet. Ik belde naar mijn man aan het thuisfront en vroeg hem van thuis uit iemand van de home te verwittigen om mij te komen verlossen.

Ondertussen hadden zich, door mijn geroep, naast mij aan de vergrendelde deur al een drietal sloffende oudjes verzameld, gereed om mee te vertrekken. Naar waar...? Naar wie...? Gelukkig stapten ze gedwee mee terug met de verpleegster die de verlossende sleutel omdraaide met blik op oneindig. Uiteindelijk was het euvel relatief snel opgelost. Blijkbaar had ik de verpleegster net gekruist; zij was juist de lift ingestapt om met een bewoner naar beneden te gaan toen ik de verdieping had bereikt. 

Geriatrie heeft als tak van inwendige geneeskunde niet erg veel succes bij de studenten. Vermoedelijk deels omdat het financieel minder inkomen garandeert in vergelijking met de grote deelspecialiteiten zoals cardio of chirurgie. Maar waarschijnlijk toch ook omwille van zijn populatie. Nochtans heb ik altijd van mijn oudjes gehouden. Zij waren de meest trouwe en dankbare patiënten. Ze vroegen steeds eerst je advies als huisarts. Ze gingen immers niet graag naar het ziekenhuis of naar een onbekende arts. Waren bang van te ingrijpende therapeutische voorstellen, angstig voor opname.
Als hun dokter kende je hen ook door en door. Je had een zicht op al hun medicatie. Het gebeurde geregeld dat een specialist te goeder trouw iets voorschreef, waarvan ik wist dat het niet verdragen zou worden - dat het vroeger al geprobeerd was of dat het niet compatibel was met hun andere pillen. Ik vond het een uitdaging het subtiele evenwicht "welke klacht behandelen en welke accepteren" met de mensen te bespreken. 
Want dikwijls, als je over tachtig bent, heb je meerdere kwalen. Het komt er dan meestal op neer de nierwerking goed in de gaten te houden, het hart niet te overbelasten en de lever niet onnodig met overbodige medicijnen te doen falen.

Dit alles zelf als huisarts in handen hebben en mogen beheren, gaf veel voldoening.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten