vrijdag 18 september 2015

Waar is meneer doktoor, madam?


De voordeurbel ging en ik deed open. 'Kan ik de dokter spreken?' Of: 'Kunt ge uw papa eens halen?' Als vrouw in de jaren '70 een artsenpraktijk uitbouwen, het was niet altijd gemakkelijk.

 

Bij de dames, maar vooral de heren, was de ontgoocheling vaak groot als bleek dat ik de dokter was. Het wantrouwen was overduidelijk. Ik moest me bewijzen! Soms klonk het zelfs vrij grof aan de telefoon 'Is de dokter er niet?' Zelfs een gewoon advies namen ze van mij niet aan, ik was lucht ... Het voelde niet fair! Mijn man had veel sneller succes dan ik, gewoon omdat ik 'madam' was. Niet altijd makkelijk te aanvaarden: we hadden samen op dezelfde schoolbanken gezeten en nu  waren we mekaars concurrenten. Nu kan ik dit relativeren. Uiteindelijk heb ik een bloeiende praktijk gehad. Ik was gewoon 'een late bloeier!. 

 
En gelukkig heeft mijn man me steeds gesteund en verdedigd. Ik was 'minstens een even goede dokter als hij', zei hij! 'Of zelfs een betere.' Gelukkig maar want, zonder het te beseffen, zetten mensen onze relatie soms onder druk. Vele collega's en vrouwelijke medestudenten hebben het niet voor de markt gehad. Hun huwelijken zijn gestrand. Als je geen wederkerige support hebt en een sterk vertrouwen, loopt het mis.

 
Achteraf beschouwd, was het voor mij trouwens een groot geluk dat mijn werk in de beginjaren wat minder intensief was, want er was ook een grote kinderwens. En dankzij het doenbare werkvolume hadden mijn kinderen nog een mama.

 


 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten