dinsdag 20 oktober 2015

Een onfortuinlijke visser

Een zaterdagochtend in 1982. Twee mannen, een twintiger en een veertiger, stonden aan de voordeur. De doodsbleke jongeman hield een bebloede handdoek voor zijn linkeroog. De oudere man vertelde me bezorgd dat hij zijn jongere vriend had meegenomen naar een visvijver om hem te leren vissen. Maar zijn vriend had een nog nooit eerder geziene, ongelukkige worp gedaan met zijn hengel …

Ik heb zelf geen verstand van vissen. Maar volgens wat ik begreep, was het haakje waarmee de vis moet gevat worden, dat ding dat onderaan het werptouw bengelt, in een verkeerde draaibeweging recht in zijn oog beland. Ik wist niet wat ik juist te zien zou krijgen toen ik de handdoek wegnam. En de onfortuinlijke jongeman knipperde zodanig met zijn ogen dat ik ook niet meteen kon detecteren waar het weerhaakje zich had vast genesteld.

Hij had ontzettend veel geluk. Het ding zat vast in zijn bovenste ooglid. De oogbol zelf was onbeschadigd. Na wat prutswerk kon ik het haakje (een soort mini-ankertje) vrijmaken zonder zelfs al te veel huidschade. Makkelijk was het wel niet want, ongewild, door de irritatie, bleef de man knipperen met zijn ogen, en stroomden zijn tranen overvloedig.

Het had een pak erger gekund, maar gelukkig kreeg dit ongeval een happy ending.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten