Een weekend, midden december...
Het was rustig in huis. De kinderen hadden beslist in Leuven op kot te blijven studeren. Ze wisten dat we van wacht waren. Er viel dus weinig te beleven en al dat bellen aan de voordeur en het voortdurend gerinkel van telefoons was alleen maar storend bij het blokken. Wat een gelukkige beslissing ...
Sinds een week was de statistische drempel om
van griepepidemie te spreken overschreden en dat zouden we geweten hebben. Het
wachtweekend was al lang vastgelegd en we zaten dus midden in het hoogtepunt
van de ellende: een memorabele tweedaagse, niet wat betreft de pathologie maar
wel in aantal oproepen: verspreid in de tijd en vanuit een groot gebied.
Zaterdagavond liet ik me opgelucht in de
zetel vallen. Het was 23 uur. Deze dag hadden we toch al gehaald: 48 aanvragen voor huisbezoeken,
bijna allemaal griep. Velen voelden zich te ziek om zich te verplaatsen of
waren met de hele familie tegelijk geveld door het virus. We reden zigzag door
de streek. Gelukkig waren er dappere en
goedwillige mensen die naar het cabinet wilden komen . Zo lukte het ons
iedereen diezelfde dag nog te onderzoeken.
Nog
één dag te gaan. En ja, op zondagavond
zaten we aan 99 oproepen. Moe, maar gelukkig dat we het gemanaged hadden,
gingen we de nacht van zondag op maandag in. Ongelofelijk maar waar: om 06.30
uur kreeg ik een telefoontje van een eigen patiënte, voor een acute buikpijn
die ik alleszins nog voor 08uur( het begin van de normale werk week) moest
bekijken. Het was trouwens een appendicitis. Maar was het toeval? De honderdste patiënt! (Ik wens
het geen andere wachtdokter toe).
Als ik er goed over nadacht, was het hele
weekend vol banale ziekteverschijnselen. Saai in feite. Toch moest je bedacht
blijven op hier of daar een verraderlijke onderliggende ziekte. En de zwakke personen met een chronische ziekte moest je extra in
het oog houden.
En je deed steeds opnieuw dezelfde uitleg:
- "Neen, mevrouw, antibiotica gaan niet helpen. Je kan echt wel een aantal dagen hoge koorts hebben en je heel ziek voelen, griep is niet te onderschatten."
- " Ja maar ......"
- " Het is normaal dat je je heel flauw voelt , we zien meer syncopes in de griepperiode"
- "Ja maar ....."
- "Ja, ik begrijp het, in deze tijd is de werkdruk groot en heeft men geen tijd meer om ziek te zijn, maar geloof me, het is beter te luisteren naar je lichaam en je eigen immuunsysteem het gevecht met het virus te laten aangaan. Op termijn word je er sterker van." enz.
Ik
hoorde mezelf altijd hetzelfde herhalen en ik droomde weg naar mijn oude stagemeester
, die nog maar naar de patiënt moest kijken en met een autoritair woordje
zeggen :" Ik zie het al, je hebt griep. Neem aspirine en kruip in je bed.
Als je binnen een week niet beter bent, kom je terug."
Niemand twijfelde aan zijn woorden. Het was
onvoorwaardelijk juist. Hij had soms nauwelijks geausculteerd, soms nog door de kleren door, en hij verkondigde
zelfverzekerd zijn onfeilbaar besluit. Zo loodste zijn ervaring en het blinde ontzag van een ongeïnformeerd publiek hem gemakkelijk, zonder
teveel tijdsverlies door een drukke dag .
Tijden zijn veranderd. Mensen mondiger en
dokters meer aanspreekbaar: in de meeste gevallen is dit een positie evolutie. Maar
met griep ben je als moderne mens nog
even ziek als vroeger.